De Kalanchoë is een vetplant. Je herkent de plant dan ook aan zijn dikke blad. Met name de Kalanchoë Tomentosa heeft naast dik blad ook erg zacht blad. Het blad ziet er aaibaar uit en dat is het eigenlijk ook wel! Voor het stekken van de Kalanchoë heb je veel geduld nodig. Vetplanten groeien nou eenmaal niet zo snel, en dat geldt ook zeker voor stekjes.
Benodigdheden
- Kalanchoë
- Mes
- Ontsmettingsmiddel
- Bloempot met verse zaai- en stekgrond
Stappenplan Kalanchoë stekken
- Je stekt een Kalanchoë middels een scherp mesje. Het is belangrijk om dit mesje van te voren te ontsmetten met ontsmettingsmiddel of pure alcohol.
- Snijd een stek van ongeveer 10 van de bovenkant van de plant af. Zorg ervoor dat er minstens 2 bladeren aan de stek zitten.
- Haal dan het onderste blad van de stek af.
- Laat dan de stek zo’n 4 dagen volledig drogen. Je kunt hierbij de stek het beste neerleggen op een vensterbank. Als je een raam hebt op het zuiden is het verstandig om de stek 2 meter van het raam af te leggen. Anders kan de stek namelijk verbranden.
- Steek dan de stek met de opgedroogde wond in de bloempot met verse potgrond. Het beste kies je voor zaai- en stekgrond. Dit stimuleert de stek om zo snel mogelijk wortelgroei te stimuleren.
- Houd de aarde van de stek licht vochtig. Dit kun je wekelijks doen door een kleine hoeveelheid water te geven.
- Na zo’n 3 weken heeft de stek genoeg wortels ontwikkeld. Je kunt in dat geval de watergift verminderen. De Kalanchoë is en blijft namelijk wel een vetplant.